A Perfect Day

Ik doe mijn ogen open. Was het een droom? Het is al licht. Hoe laat is het? Ik kijk om me heen maar er is geen klok of wekker te zien. Dat weet ik natuurlijk wel, maar ik moet het toch checken. Ik heb geen idee of het vroeg is of laat, maar het doet er ook niet toe, ik hoef nergens naar toe. Ik ben volledig uitgeslapen en voel me heerlijk relaxed. Het bed waar ik in lig is werkelijk fantastisch. Onder de dekens is het lekker warm, maar door de ruime slaapkamer met haar hoge plafond stroomt een koel briesje. De lange gordijnen die vanaf grote hoogte tot op de grond hangen bewegen zachtjes. Ze maken het warme zonlicht diffuus zodat het de kamer in kan stromen, doorsneden door felle strepen geel licht waar de zon door de kieren tussen gordijn en kozijn straalt. Ik lig op mijn rug en kan me niet voorstellen dat ik wakker ben geweest deze nacht. Ik kan me überhaupt niet herinneren wanneer ik voor het laatst in de nacht wakker ben geworden. Het lijkt wel of alle nachten gelijk zijn, in ieder geval al een hele lange tijd, want ik kan me inbeelden dat het ooit anders was. Dus dan moet ik dat toch ook ooit mee hebben gemaakt?

Een zacht geluid, een klein kreuntje, vraagt mijn aandacht. Ik kijk naar rechts en naast mij ligt een vrouw. Ze draait zich net om en neemt zich duidelijk voor om nog een slaapje te gaan doen. Haar lange blonde haar schuift chaotisch om haar hoofd, alsof het van haar oor langs haar schedel op de zijden lakens glijdt en maar niet tot stilstand komt. Het glanst in een gouden streep licht die de rand van haar hoofd laat stralen als een kaars. Ze heeft er geen benul van hoe prachtig ze is en het kan haar ook niks schelen. Zij is perfect voor mij want ze laat mij mezelf zijn, ze laat mij mezelf kunnen zijn. Ik kán mezelf zijn bij haar en ze eist er niks voor terug. Behalve het vaderschap voor onze kinderen en dat is een verrijking. De kinderen hebben geen leeftijd. Ze zijn kleuter en puber, of eigenlijk al volwassen, tegelijk. Ze zijn respectvol, verantwoordelijk, verstandig, zelfstandig maar ook afhankelijk. Ik knuffel ze elke dag als ze op komen dagen in de slaapkamer of terug komen van school. Maar vreemd genoeg komen ze niet elke middag weer thuis. Of net zoals vandaag, nu ze deze prachtige morgen overslaan. Ze zijn er niet elke dag om krijsend van plezier op ons grote bed te springen. En dat is nou juist zo fijn aan onze kinderen: ze zijn er als ík ze nodig heb...

Ik stap stilletjes uit bed en voel de gladde parketvloer onder mijn voeten. Een aantal stappen van mijn bed verwijderd zijn de hoge ramen en ik schuif de gordijnen in het midden open. Erachter zitten twee terrasdeuren die op een kier staan. Ik trek ze helemaal open en doe één stap naar buiten. Links zie ik de zonsopkomst met de grote gouden bol net boven de bergen weerspiegelen in het zwembad. Het terras van deze oude Italiaanse villa is ruim 8 meter diep en daarachter loopt de berg stijl naar beneden het dal in. Een muurtje zorgt voor wat veiligheid en achter die afscheiding is in het lager gelegen gebied verderop nog een plukje stad te zien dat baadt in het vlakke zonlicht. De zee daar achter is op deze afstand verradelijk rustig, want zelfs als er geen witte schuimkoppen op het water liggen kan de onderstroom soms levens eisen. Ik ga langzaam richting het zwembad en rek me onder het lopen uit. Ik kan het niet helpen om me deze ochtend weer te realiseren wat een geluksvogel ik ben. Dat ik dit alles heb bereikt en elke dag opnieuw kan genieten van wat het leven me gebracht heeft. En dat ik daar zelf voor gezorgd heb. Het water van de douche is nog koud van de nacht. Als ik 's middags ga zwemmen met mijn maatjes eis ik de door de zon opgewarmde eerste douchebeurt altijd op. Nu maakt het frisse water mij extra wakker voor mijn veertig dagelijkse baantjes in het 15 meter lange bad. Na de oefening lig ik nog even in het water. Ik hou van drijven, op mijn rug maar vooral ook op mijn buik. Ik kijk dan naar de eindeloze optische verschijnselen die de zon veroorzaakt op de vloer van het zwembad. Zo lang soms dat ik vergeet dat ik ook nog adem moet halen. Als ik happend naar adem boven water kom en hijgend en proestend aan de kant hang komt de vrouw naar het zwembad lopen. Ze is bijna naakt en haar fantastische benen vallen direct op. Verder dan haar knieën gaat ze het water niet in. Ze zit op de rand en klaagt over het koude water. Ik heb zin om haar nat te spetteren maar weet uit ervaring dat dat geen goed plan is. De vrouw wordt dan boos en geïrriteerd en het magische moment dat nu hier lijkt te ontstaan zal dan verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Maar ik doe het toch! Eerst gilt ze het uit maar dan laat ze zich onverwachts in het water glijden. Ze schatert van het lachen en schreeuwt mijn naam. Ze komt me pakken maar met een paar fikse slagen onder water ben ik aan de andere kant van het zwembad. Het kat-en-muis-spel is begonnen.

Ja, het moet toch ooit anders zijn geweest, want vroeger nam ik geen ontbijt. Ik dronk een beker soja-melk en daarna koffie, veel koffie. Espresso, liefst dubbel. Nu vergt de start van mijn dag veel meer inspanning en dus geniet ik met volle teugen van de eerste maaltijd van de dag. Knapperig vers gebakken brood met scrambled eggs en spek, ketchup en grof gemalen zwarte peper. Nog steeds soja-melk, dat zoveel lekkerder is dan gewone melk waarvan wel eens gezegd wordt: melk is voor kalfjes. Dat valt overigens niet te ontkennen. En ook de espresso is niet geweken. En elk ontbijt verwonder ik mij toch weer over die combinatie: donker gebrande zwarte koffie en zwarte peper. Met die smaken moet toch iets nieuws te kneden zijn?

De vrouw bladert ondertussen in een krant en van haar gezicht valt te lezen dat ze zich vermaakt. Het wereldnieuws kan ze relativeren en de beschreven ellende stimuleert haar om iets zinnigs bij te dragen aan deze wereld. Zij heeft, in tegenstelling tot mij, een hart voor anderen. Een gedreven interesse in het wel en wee van de medemens en een intrinsieke motivatie om anderen te helpen. Dat is voor mij een enorme protese, een hulpstuk, een excuus, alsof het zijn met deze vrouw voor altijd goed maakt wat ik hierin mijn hele leven te kort kom en gekomen ben.

Na het ontbijt ga ik naar mijn werkkamer. Of studio, hoe wil je het noemen? Ik doe er wat ik het liefste doe: creëren. En dat is wat ik de meeste tijd doe. Of wat ik maak kunst is of niet maakt me niet uit. Ik kom voort uit de popcultuur, toen die nog bestond, dus zijn al mijn producties toegankelijk te noemen, of het nou tekst, muziek of video betreft. Maar daarentegen is mijn werk ook niet volgens de norm, want in mijn beleving is popcultuur van oudsher ook een manier om je te verzetten, of op zijn minst te onderscheiden. Of te groeperen, met gelijkgestemden en dat is wat ik elke middag doe, met mijn maatjes. Daaraan vooraf werk ik aan mijn animatiefilm. Dat is een meerjarig project waarvoor ik het verhaal en script schrijf, alle characters en omgevingen ontwerp en animeer en de nabewerking doe tegelijk met het componeren van de filmmuziek. Mijn vorige film van 12 minuten waar ik vrijwel dagelijks een aantal uren aan heb gewerkt heeft ruim 30 maanden gekost voordat deze het stadium had berijkt dat ik er tevreden over was. Soms maak ik een video in opdracht, meestal voor een commercial, muziekvideo of documentaire. Ik kan me nog een tijd herinneren dat ik enkel in opdracht werkte, maar ik wist toen al dat ik uiteindelijk mijn eigen opdrachtgever zou worden. Als ik tegenwoordig in opdracht werk dan komen de art-directors naar mij toe omdat ze mijn films geweldig vinden. Dus ook dan kan ik gewoon doen wat ik wil. Het is een heerlijk gevoel. Ik pak mijn potlood en voor het storyboard waar ik mee bezig ben schets ik een nieuwe scene. Het science-fiction verhaal is episch en de protagonist is een dissidente officier. Alle bewoners van de gekoloniseerde planetenstelsels zijn getuige geweest van een groot schandaal binnen het Katholieke Bestuur Van Heel God's Schepping. Planeten strijden sindsdien voor hun onafhankelijkheid en worden geweldadig onderdrukt. Hij wil er niet meer aan meewerken. In deze scene wordt hij gedrogeerd uit een shuttle gegooid boven een jungle met vreselijke vleeseters op een verre planeet.

Ik schrik op uit mijn tekeningen. Ik had me mee laten slepen in het verhaal en was de tijd bijna vergeten. Ondanks dat ik nergens klokken heb hangen, heb ik toch een goed gevoel voor hoe laat het is. Niet zo dat ik kan zeggen: "Het is kwart over twee", maar wel dat ik weet dat het nu tijd is om te lunchen. Ik loop naar de keuken en zie dat de vrouw al bezig is om een salade met pijnboompitten en rivierkreeftjes te maken. Ik geef haar een kus en loop naar een kast om de ingredienten te pakken voor een balsamico-mosterd-honing dressing.
"Ik denk niet dat mijn hoofdpersoon slaagt in zijn missie", zeg ik tegen Hannah.
"Welke missie?", vraagt ze.
"Om de Paus om het leven te brengen."
We eten onze lunch bij het zwembad. Daar is schaduw en dat is wenselijk op deze hete dag. Het glas witte wijn smaakt perfect bij de salade en is verfrissend koel. Ik geniet volop van de rust die dit moment van de dag brengt. De stilte wordt alleen doorboken door het getjirp van de cicaden. Het hypnotische geluid helpt me mijn gedachten te ordenen. Ik zit nog steeds in het verhaal. Waarom zou het hem lukken om de Paus te vermoorden? Alsof alles altijd lukt in het leven. In ieder geval wel in een Hollywood-film. Maar dit is geen Hollywood film. Dus mag hij zijn doel niet bereiken. Of is het beter dat de Paus het toch niet overleeft? Het is wel een statement...

In de verte hoor ik autodeuren slaan. Daar komen mijn maatjes. Elke middag komen ze muziek maken. Componeren, produceren en repeteren. Wij zijn de drie musketiers van de muziekindustrie. Er wordt wel eens gesteld: "soort zoekt soort" en dat is zeker op ons van toepassing, maar ook "opposites attract" geldt hier. In een ver verleden heb ik aan een ieder van ons een abstracte eigenschap gehangen: Jim was de ratio, Paul de emotie en ik het geweten. Zo kon ik alles bepalen. Daar kon zelfs Jim niet omheen redeneren. Maar tegenwoordig houden we ons niet meer bezig met weinig concrete zaken. De muziek die wij produceren wordt gretig afgenomen door artiesten en media. En wij blijven buiten de spotlights en leven in stilte. Met veel lawaai worden de gitaarkoffers langs de muur van het huis geparkeerd. Een zucht van Jim verraadt zijn leeftijd, want ondanks zijn jongensachtige uiterlijk had hij al lang opa kunnen zijn.
"Zo, ze zeggen dat het nog een tijd lang dit weer blijft", puft hij.
"Het zou het echt verschrikkelijk zijn als het nu al minder wordt", vindt Paul.
"Als het aan mij ligt is het voor altijd zo", zeg ik. "Zullen we direct beginnen? Dan hebben we straks meer tijd om te zwemmen."
"Good thinking!", zegt Jim.

In de studio, met de gear ingeplugd, is Paul degene die vandaag een verzoekje heeft.
"Kunnen we proberen die ballad van vorige week af te maken? Ik heb een stukje tekst in mijn kop dat gaat van 'All the people in the world mean nothing to me, if you're not around.'"
"Ja hoor, dat klinkt wel erg bekend! Heb je dat zelf verzonnen?", vraagt Jim.
"Typ maar in op Google, er bestaat geen lyric waarin die tekst voorkomt!", brengt Paul er tegenin.
"When you are here, our love is profound, but all the people in the world mean nothing to me, when you're not around", zing ik zachtjes.
"Zie je wel", lacht Jim, "daar heb je het! Waar is dat van?"
"Dat verzin ik hier nu ter plekke", zeg ik.
We weten dat we goud in handen hebben. Weer een hit in de dop.

Na een paar uur hard werken in de studio is de ballad klaar. De laatste mix is gedistribueerd naar onze mobieltjes en de audio-installatie bij het zwembad. Onder het genot van een glas prosecco hangen we in het verfrissende water. De song schalt uit de speakers en Hannah moet lachen om het toegankelijke liedje.
"Het lijkt bijna een parodie," werpt ze ons toe, "maar het klinkt echt goed! Herkenbaar."
Ook wij moeten lachen, want ze heeft gelijk. We zijn zeer tevreden met het resultaat en na zo'n intensieve middag vraag ik de jongens om mee te eten. Ze nemen de uitnodiging aan dus schenk ik nog een glas prosecco in voordat ik mij afdroog en naar de keuken loop. Hannah is al salade aan het maken. Een groene salade met uien, boontjes, paprika, rucola en een frisse dressing. Ik zet water op voor pasta en bereid een witte saus met room, parmagiano, knoflook, nootmuskaat en wodka voor. Als de pasta bijna gaar is, hoef ik de saus maar op te warmen en het eten is klaar. Jim en Paul zitten inmiddels te kletsen aan de grote tafel buiten op het terras. Ze hebben de prosecco soldaat gemaakt dus breng ik een fles Verdicchio naar de tafel met 4 schone glazen. De wijn past perfect bij het gerecht, bij de omgeving en bij al het goede dat de dag gebracht heeft. De zon daalt langzaam op rechts achter de horizon en de knaloranje bal reflecteerd al welig in de verderop gelegen zee. Het zal niet lang meer duren voor het donker is, denk ik bijna hardop. Het is een dag om vroeg naar bed te gaan, maar ik wil niet ongastvrij zijn. Hannah heeft ondertussen limoensorbets gemaakt en we sluiten af met espresso's. Het gesprek gaat al lang niet meer over het nieuwe lied, maar diverse gespreksonderwerpen zijn aan bod geweest. Natuurlijk eten en drinken, onze favoriete bezigheid. De vele politieke discussies die we voeren naar aanleiding van het nieuws zijn niet spannend te noemen, want we denken toch wel erg hetzelfde over heel veel dingen. Dus proberen we de laatste tijd het meer te hebben over trends, kunst en filosofie. Dat heeft zijn weerslag ook op onze composities, want ondank dat we vandaag weer een hit geschreven hebben, zijn we de afgelopen maanden voornamelijk bezig geweest met filmmuziek voor een Italiaanse cultfilm.

Dan komt het moment dat de jongens besluiten om naar huis te gaan. Ze staan op en nemen hun gitaarkoffers mee naar de auto.
"Wel thuis en rij voorzichtig", geef ik hen mee.
Het is nog niet laat, maar al donker, en de wegen door de bergen van deze streek zijn gevaarlijk smal. Jim rijdt vandaag en brengt Paul eerst naar huis. Voordat hij achter het stuur kruipt zegt hij: "Ohja, ik kan morgen niet komen! Helemaal vergeten te zeggen, maar er komt bezoek over uit Nederland."
"Dat kan niet, Jim. Gaat niet gebeuren. Bel maar af!", roep ik naar hem.
Hij lacht, stapt in, start de motor en rijdt weg over het grindpad. Hannah en ik hebben er een gewoonte van gemaakt om onze gasten, ook al komen ze elke dag, uit te zwaaien tot ze uit het zicht verdwenen zijn. Daarna gaan we terug naar het terras om de tafel af en de vaatwasser in te ruimen.
"Nog een limoncello om de dag af te sluiten?", vraagt Hannah.
"Nee, het is vandaag een dag om vroeg naar bed te gaan", zeg ik.
Ik geef haar een kus en loop richting slaapkamer. Hannah loopt naar buiten met de fles limoncello en een klein recht beslagen glaasje, rechtstreeks uit de diepvries.
"Weltrusten", zegt ze.
"Slaap lekker straks", antwoord ik.
Als ik in bed lig kom ik toch in de verleiding om me bij Hannah te voegen en een borrel te drinken, maar ik blijf liggen. Aan de binnenkant van mijn ogen vormt zicht een zwembad vol doorzichtige citroengele ijskoude stroop waar ik op kan lopen. Totdat ik me realiseer dat je niet kunt lopen op een vloeistof en ik langzaam in de stroop zak. Ik laat het gebeuren en voel de koelte mij omsluiten. Tergend langzaam zink ik verder tot mijn hoofd ook onder is. Ik heb mijn ogen open en zie alles als door een gele zonnebril. Ik doe mijn mond open en de zoete sterke drank stroomt binnen. Ik sluit mijn ogen en er is niets dan zwart. Rust. Stilte. Ik slaap.

Ik doe mijn ogen open. Was het een droom? Het is al licht. Hoe laat is het?